Hoeveel verdient een verloskundige in Nederland?

Een verloskundige in Nederland verdient gemiddeld €56.936 per jaar of €29,20 per uur. Dit gemiddelde salaris is gebaseerd op 284 salarissen van verloskundigen. Het salaris voor beginnende verloskundigen begint vanaf €52.620 per jaar. Aan de andere kant kunnen meer ervaren verloskundigen tot €59.568 per jaar verdienen.

Het salaris van een verloskundige kan variëren afhankelijk van verschillende factoren. Ten eerste speelt ervaring een belangrijke rol. Hoe meer ervaring een verloskundige heeft, hoe hoger het salaris meestal zal zijn. Daarnaast kan ook het type werkgever invloed hebben op het salaris. Verloskundigen die in dienst zijn van een ziekenhuis kunnen bijvoorbeeld een ander salaris ontvangen dan verloskundigen die in een zelfstandige praktijk werken.

Naast ervaring en werkgever, kan ook de regio waarin een verloskundige werkt van invloed zijn op het salaris. In bepaalde regio’s van Nederland kunnen de salarissen hoger zijn dan in andere regio’s. Het is daarom belangrijk om deze regionale verschillen in overweging te nemen bij het bepalen van het te verwachten salaris.

Wat is een verloskundige?

Een verloskundige is iemand die je begeleidt tijdens je zwangerschap en bevalling. Ze houdt jouw gezondheid en die van je baby in de gaten. De verloskundige begeleidt je regelmatig tijdens je zwangerschap en staat telefonisch voor je klaar wanneer je je zorgen maakt.

Ze berekent aan de hand van je laatste menstruatie hoe lang je ongeveer zwanger bent en bepaalt de voorlopige uitgerekende datum. Tijdens de zwangerschap bezoek je de verloskundige meestal tien tot veertien keer, waarbij ze je gezondheid en die van je baby in de gaten houdt. Ze geeft voorlichting over de zwangerschap, bespreekt de voor- en nadelen van prenatale screening en bereidt je voor op de bevalling.

Bij klachten zoals bloedverlies, verminderde beweging van de baby, koorts, overmatig braken, hoofdpijn of wazig zien, is het belangrijk om de verloskundige te bellen. Als je tussen week 37 en week 42 van je zwangerschap bevalt en alles goed gaat, begeleidt de verloskundige de bevalling. Beval je vóór week 37 of na week 42, of is er sprake van een medische reden, dan vindt de bevalling onder begeleiding van een gynaecoloog plaats.

Opleiding tot verloskundige in Nederland

Om toegelaten te worden tot de opleiding Verloskunde in Nederland zijn er verschillende toelatingseisen. Je kunt de opleiding volgen als je een diploma havo, vwo of mbo-4 (of gelijkwaardig) hebt. Als je een havo- of vwo-diploma hebt waarbij één of meer verplichte eindexamenvakken ontbreken, kun je deze deficiëntie wegwerken door middel van een deficiëntietoets. Je kunt er ook voor kiezen om je deficiëntie weg te werken door het doen van staatsexamen.

Met een afgeronde mbo-4 opleiding ben je ook toelaatbaar tot de opleiding Verloskunde. Het wordt echter sterk aangeraden om een vooropleiding van minimaal havo met biologie I, scheikunde I, wiskunde A en een goede beheersing van de Engelse taal te hebben. Als je deze vakken niet hebt, wordt geadviseerd om bijscholing te volgen of staatsexamen te doen om op voldoende niveau te komen.

Als je een afgeronde master geneeskunde hebt, kun je via een individuele EVC-procedure laten beoordelen op welke wijze je met EVC het diploma Verloskunde kunt behalen.

Voor Nederlandse diploma’s die niet eerder genoemd zijn, wordt het diploma beoordeeld door medewerkers van Hogeschool Inholland na aanmelding voor de opleiding. Als de uitslag negatief is en je bent 21 jaar of ouder, kun je deelnemen aan de 21+ toets om te bepalen of je over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om de opleiding te volgen.

Met een buitenlandse vooropleiding waarvan het diploma gelijkgesteld is aan een Nederlands diploma van havo, vwo of mbo-4, ben je ook welkom. Je buitenlandse diploma wordt gewaardeerd door medewerkers van Hogeschool Inholland na inschrijving voor de opleiding. Als de uitslag negatief is, kun je meestal deelnemen aan de 21+ toets.

Voor studenten met een vooropleiding buiten Nederland die een Nederlandstalige opleiding willen volgen, moeten zij ook een bewijs overleggen waaruit blijkt dat zij de Nederlandse taal beheersen op niveau B2 volgens het Europese Referentiekader. Dit kan onder andere met een diploma NT2 – Programma II.

Taken van een Verloskundige

Een verloskundige is verantwoordelijk voor de begeleiding van een normale zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Tijdens de zwangerschap houden zij de voortgang in de gaten door middel van regelmatige controles. Ze meten de bloeddruk, voelen aan de buik om de groei en positie van de baby te bepalen, luisteren naar het hartje van de baby en voeren indien nodig bloed- en urineonderzoeken uit. Ze verstrekken informatie en beantwoorden vragen over diverse onderwerpen zoals gezonde voeding, het omgaan met symptomen tijdens de zwangerschap, het kiezen van de geboorteplaats en borstvoeding.

Tijdens de bevalling bieden verloskundigen voornamelijk ondersteuning aan de vrouw bij het omgaan met de weeën en zorgen ze voor een vlotte bevalling. Ze kunnen verschillende posities suggereren of indien nodig een episiotomie uitvoeren. Als er complicaties optreden die ze niet kunnen behandelen, verwijzen ze de vrouw door naar een gynaecoloog.

In de kraamperiode bezoeken verloskundigen regelmatig de moeder en de baby om hun gezondheid te controleren. Ze volgen het herstel van de moeder, de genezing van eventuele hechtingen en de groei- en voedingspatronen van de baby. Ze letten ook op de aanpassing van de baby aan het leven buiten de baarmoeder en letten op eventuele infecties of afwijkingen. Verloskundigen helpen nieuwe ouders ook bij het wennen aan hun nieuwe gezinssituatie.

Verloskundigen werken samen met collega’s binnen en buiten hun praktijk, waaronder andere verloskundigen, huisartsen, gynaecologen, kinderartsen en kraamverzorgenden. Ze kunnen ook informatieve sessies organiseren voor zwangere vrouwen en hun partners.

Typische werkdag van een verloskundige

Een typische werkdag van een verloskundige wordt beschreven in het gegeven tekstfragment. Ankie, een verloskundige in Assen, neemt de lezer mee in haar dagelijkse routine. Ze begint haar dienst op woensdagavond en staat vervolgens 48 uur lang standby voor bevallingen en telefoontjes.

Op donderdagochtend begint Ankie met het afleggen van huisbezoeken aan kraamvrouwen. Deze bezoeken vinden plaats gedurende de eerste 8-10 dagen na de bevalling. Tijdens deze bezoeken bespreekt Ankie uitgebreid de bevalling en het herstel van de moeder. Ze behandelt onderwerpen zoals voedingsproblemen, pijnlijke gestuwde borsten en gevoelige hechtingen. Ankie merkt op dat het herstel niet altijd even vlot verloopt en dat hormonen een rol spelen in het proces.

Ankie beschrijft een specifiek bezoek aan een kraamvrouw genaamd Willemijn, die 5 dagen geleden is bevallen van haar eerste kindje. Willemijn heeft moeite met borstvoeding en voelt zich overweldigd door de nieuwe rol als moeder. Ankie troost haar en geeft advies over borstvoeding en het nemen van een korte pauze buiten.

De kraamvisites hebben meestal geen tijdsdruk, behalve wanneer er een bevalling plaatsvindt. De verloskundige is verantwoordelijk voor de gezondheid van moeder en kind en biedt uitleg, advies en een luisterend oor tijdens de bezoeken.

Vaardigheden en eigenschappen van een verloskundige

Een verloskundige speelt een essentiële rol bij het begeleiden van zwangerschappen en geboortes. Hierbij is het van groot belang dat zij beschikt over de juiste vaardigheden en eigenschappen. Allereerst is een verloskundige verantwoordelijk voor het creëren van een goede en veilige omgeving tijdens de zwangerschap en geboorte. Dit betekent dat zij zowel de moeder als het kind medisch in de gaten houdt, ook in de periode na de bevalling. Daarnaast moet een verloskundige in staat zijn om voortdurend risico’s in te schatten en indien nodig specialistische zorg in te schakelen.

Naast medische zorg, heeft een verloskundige ook een adviserende en voorlichtende rol. Zij geeft advies over een gezonde leefwijze tijdens de zwangerschap en ondersteunt de zwangere vrouw hierbij. Daarnaast geeft zij voorlichting over verschillende aspecten zoals thuis- en ziekenhuisbevallingen, borst- of flesvoeding en de zorg voor het kind. Een verloskundige moet inzicht hebben in de maatschappelijke omstandigheden waarin de zwangere verkeert en kan ook (voorlichting over) anticonceptie en preconceptie behandelen.

Een verloskundige moet constant alert zijn op eventuele risico’s en indien nodig medicatie voorschrijven of specialistisch medisch onderzoek regelen. Zij houdt zich bezig met het controleren van de groei van de baarmoeder en foetus, het luisteren naar de harttonen van de baby en het meten van de bloeddruk van de zwangere. Daarnaast voert zij bloedonderzoeken uit bij de zwangere, controleert de nageboorte en onderzoekt de baby op aangeboren afwijkingen.

Een verloskundige werkt samen met andere professionals in de zorg, zoals collega-verloskundigen, medewerkers van het consultatiebureau, huisartsen, gynaecologen en kinderartsen. Het is daarom belangrijk dat zij goede communicatieve vaardigheden bezit en in staat is om de zorg af te stemmen. Tot slot moet een verloskundige zich continu blijven ontwikkelen en op de hoogte blijven van recente ontwikkelingen in het vakgebied.

Carrièremogelijkheden voor een verloskundige in Nederland

Een carrière als verloskundige biedt verschillende mogelijkheden voor professionele groei en vooruitgang in Nederland. Hier zijn enkele van de carrièrepaden en mogelijkheden voor verloskundigen:

1. Zelfstandige praktijk: Veel verloskundigen kiezen ervoor om als zelfstandige te werken in een eigen praktijk of in een groepspraktijk. Ze begeleiden zwangere vrouwen tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamtijd. Als zelfstandige verloskundige voeren ze controles uit, geven ze voorlichting en beantwoorden ze vragen. Sommige verloskundigen organiseren ook voorlichtingsavonden voor zwangere vrouwen en hun partners.

2. Ziekenhuis: Verloskundigen kunnen er ook voor kiezen om in dienstverband te werken bij een ziekenhuis of gezondheidscentrum. Hier verlenen ze verloskundige zorg aan zwangere vrouwen die in het ziekenhuis komen bevallen. Samen met een gynaecoloog begeleiden ze de bevalling en bieden ze de benodigde medische ondersteuning.

3. Buitenland: Voor verloskundigen bestaat ook de mogelijkheid om in het buitenland te werken. Hun diploma wordt erkend binnen de Europese Unie, waardoor ze in andere landen kunnen werken. Bovendien zijn er organisaties zoals VSO (Voluntary Service Overseas) en Memisa die regelmatig verloskundigen zoeken voor projecten in het buitenland.

Verloskundigen hebben dus diverse carrièremogelijkheden om hun interessegebieden te verkennen en hun loopbaan verder te ontwikkelen. Naast deze opties, bestaan er ook andere mogelijkheden zoals werken als onderzoeker, docent, echografist of beleidsmedewerker. Elke carrièrepad vereist meestal enige werkervaring als verloskundige en een aanvullende opleiding. Bovendien kunnen verloskundigen na het afronden van hun reguliere opleiding een wetenschappelijke vervolgopleiding volgen, zoals de Master Verloskunde in Amsterdam.

Het aantal verloskundigen in Nederland is gestegen in de afgelopen jaren. In 2021 waren er 3940 verloskundigen, vergeleken met 3740 in 2020. Deze stijging geeft aan dat de vraag naar verloskundige zorg toeneemt en dat er voldoende professionals zijn om aan deze vraag te voldoen. Het is bemoedigend om te zien dat er meer mensen kiezen voor dit belangrijke beroep.

Er is echter sprake van minder instroom vanuit de opleiding, waardoor de vergrijzing van de beroepsgroep zich doorzet. Dit betekent dat er minder nieuwe verloskundigen worden opgeleid om degenen te vervangen die met pensioen gaan. Het is belangrijk om maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat er voldoende jonge verloskundigen worden aangetrokken om de vergrijzing tegen te gaan.Verzwaarde werkomstandigheden zoals onregelmatige diensten, motivatie, werksfeer, regelgeving en werkdruk zijn de belangrijkste redenen voor verloskundigen om het vak te verlaten. Deze uitdagingen moeten worden aangepakt om ervoor te zorgen dat verloskundigen gemotiveerd en tevreden blijven in hun werk. Het is essentieel om een goede werkomgeving te bieden waarin verloskundigen hun vaardigheden kunnen blijven ontwikkelen en optimaal kunnen bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van moeders en baby’s.Hoewel het totale aantal verloskundigen is gestegen, is het percentage verloskundigen dat fulltime werkt gedaald van 51% in 2018 naar 44% in 2021. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals het willen combineren van werk en gezinsverantwoordelijkheden. Het is belangrijk om flexibele werkopties aan te bieden die aan de behoeften van verloskundigen voldoen, zodat ze hun werk kunnen voortzetten en een goede balans kunnen vinden tussen werk en privéleven.In het volgende artikel zal worden besproken hoe de uitdagingen waarmee verloskundigen worden geconfronteerd, kunnen worden aangepakt en hoe er meer jonge professionals kunnen worden aangetrokken om aan de groeiende vraag naar verloskundige zorg te voldoen.

Uitdagingen en voordelen van het beroep van een verloskundige

Een verloskundige heeft een belangrijke rol bij de begeleiding van zwangere vrouwen en het veilig laten verlopen van de bevalling. Dit beroep brengt echter ook uitdagingen met zich mee. Zo is het signaleren van complicaties tijdens de zwangerschap en bevalling een essentiële taak van een verloskundige. Hierbij moeten zij in staat zijn om deze complicaties te herkennen en de juiste doorverwijzing te regelen naar kinderartsen of gynaecologen. Het omgaan met complicaties en premature geboorten tijdens het bevallingsproces behoort ook tot de uitdagingen van dit vak.

Een ander belangrijk aspect van het beroep van een verloskundige is het bieden van psychologische steun aan zwangere vrouwen. Dit kan inhouden dat zij moeten omgaan met de emoties en angsten die gepaard gaan met zwangerschap en bevalling. Daarnaast is het afstemmen van de zorg met andere zorgverleners een uitdaging. Een verloskundige werkt vaak samen met andere professionals in de gezondheidszorg, zoals gynaecologen en kraamverzorgenden, om de beste zorg te kunnen bieden aan moeder en baby.

Ondanks deze uitdagingen heeft het beroep van een verloskundige ook vele voordelen. Zo kunnen zij vrouwen tijdens de zwangerschap, bevalling en postnatale periode ondersteuning, zorg en advies bieden. Daarnaast hebben verloskundigen de mogelijkheid om bevallingen uit te voeren en te zorgen voor pasgeborenen. Het adviseren over gezondheid, preventieve maatregelen en voorbereiding op het ouderschap is ook een belangrijk aspect van hun werk. Verloskundigen hebben een essentiële rol in het bevorderen van een normale bevalling en het uitvoeren van noodmaatregelen wanneer dat nodig is.

Al met al vereist het beroep van een verloskundige een brede kennis op verschillende gebieden, variërend van diëtetiek tot psychologie. Het is een veeleisende maar tegelijkertijd bevredigende baan, waarbij verloskundigen het leven van zowel moeders als kinderen positief kunnen beïnvloeden. Naast het bieden van medische zorg zijn verloskundigen ook betrokken bij het begeleiden van verloskundigen-in-opleiding, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. Zij organiseren informatiebijeenkomsten en seminars om de gezondheid van moeder en kind te bevorderen en dragen zo bij aan het vergroten van kennis en bewustwording in de gemeenschap.

Ontwikkeling van het beroep van een verloskundige in Nederland

De ontwikkeling van het beroep van een verloskundige in Nederland heeft verschillende stadia doorgemaakt. In de zeventiende eeuw werden de eerste opleidingen tot vroedvrouw opgericht, zoals de vroedvrouwenschool in Groningen. Deze vroedvrouwenschool zorgde ervoor dat vrouwen konden worden opgeleid tot vroedvrouw, waardoor de zorg voor zwangere vrouwen en bevallingen beter kon worden georganiseerd. Dit was een belangrijke stap in de professionalisering van het beroep.

In de jaren daarna werden er verdere veranderingen doorgevoerd om het beroep van de verloskundige te verbeteren en te professionaliseren. In 1861 opende de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen in Amsterdam haar deuren. Aanvankelijk duurden de opleidingen twee jaar, maar in 1920 werd de opleidingsduur verlengd naar drie jaar vanwege de hoge werkdruk en lange studiedagen. Dit gaf de verloskundigen meer kennis en kunde, wat bijdroeg aan een betere zorg voor zwangere vrouwen en bevallingen.

Na 1951 kregen verloskundigen meer bevoegdheden, zoals het onder controle houden van zwangere vrouwen gedurende de hele zwangerschap, het hechten van eenvoudige rupturen en het zelfstandig verrichten van bevallingen vanaf achttien weken zwangerschap. Dit was een belangrijk moment voor de erkenning van het vak en de autonomie van verloskundigen. In latere jaren werden er verdere stappen gezet om het vak te professionaliseren, zoals het gelijkschakelen van de opleiding met het hbo-niveau en het uitbreiden van de opleidingsduur naar vier jaar.